Help, mijn moeder heeft een delier!

13-04-2021

Het is mogelijk dat een oudere persoon plots verward wordt als hij of zij in een andere omgeving terecht komt zoals bijvoorbeeld tijdens een ziekenhuisopname. Het gedrag dat uw moeder of vader dan stelt, bent u niet van ze gewoon. Ze herkennen jou misschien niet meer, ze beseffen niet waar ze zijn of reageren heel geagiteerd. Wanneer dit gebeurt, spreken we over acute verwardheid of een delier. 

Hoe kan je een delier herkennen?

Acute verwardheid is niet gemakkelijk te herkennen. Het ontstaat vrij plots en de klachten zijn wisselend gedurende de dag: het ene moment gaat het heel goed, het volgende moment kan men ineens erg verward zijn. Vraag steeds raad aan uw arts om op zoek te gaan naar de oorzaak van de plotse verwardheid. 

De symptomen zijn heel divers en verschillen van persoon tot persoon. Sommigen zijn in zichzelf gekeerd en heel erg suf waardoor een gesprek aangaan niet mogelijk is, anderen zijn net heel erg actief en kunnen niet stilzitten. Een persoon met een delier gedraagt zich vreemd. Ze kunnen bijvoorbeeld geïrriteerd geraken door de prikkels om hen heen en agressief reageren, terwijl hij of zij voorheen dit nooit was. Ze kunnen volledig gedesoriënteerd in tijd en ruimte geraken of misschien zelfs dingen zien die er niet zijn. Ook de stemming kan plots omslaan: het ene moment reageert hij boos, het andere verdrietig of achterdochtig. 

Een delirium is niet hetzelfde als dementie. Dementie ontwikkelt zich veel geleidelijker. Wel is iemand met dementie vatbaarder om ook een delirium te ontwikkelen.  

Wat kan ik zelf doen? 

Het belangrijkste om te weten is dat iemand met een delier zich in de eigen vertrouwde omgeving het veiligst voelt. Als het niet mogelijk is om hem of haar naar deze ruimte te brengen, kan je ook herkenbare vertrouwde voorwerpen of foto's voor deze persoon beschikbaar stellen. Daarnaast zijn herkenningspunten naar de werkelijkheid een meerwaarde zoals een klok, een kalender, de krant ... 

Stel jezelf steeds voor als je de persoon benadert. Spreek in korte, eenvoudige zinnen en stel korte, eenvoudige vragen. Spreek hem aan met zijn vertrouwde roepnaam. Toon begrip voor zijn gevoelens en ga zeker geen discussie aan. Probeer hem wel steeds binnen het gesprek op een rustige manier terug naar de werkelijkheid te brengen. Herinner de patiënt waar hij is, waarom hij daar is, wat er nog staat te gebeuren, welk dagdeel het is ... Wek geen achterdocht door te gaan fluisteren of kamers op slot te doen, betrek steeds de persoon in je gesprek. 

Wanneer de persoon het dag-nachtritme zou omwisselen, zorg dan zeker voor goede verlichting overdag en sluimerverlichting 's nachts. Activeer de persoon overdag zoveel mogelijk zodat hij zo weinig mogelijk slaapt. 

Op zoek naar nog meer informatie? 

    © 2024 Weyen Lien, 3920 Lommel
    Mogelijk gemaakt door Webnode
    Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin